Geen ADHD, maar wel een slechte concentratie
Enrico, ik kan mij slecht concentreren, mijn hele leven al niet, maar toch heb ik geen ADHD. Hoe kan dat?”
Of: “Enrico, ik weet zeker dat ik geen ADHD heb, of ik wil dit niet hebben, maar mijn werk komt nooit af en ik word gek in een kantoortuin”.
Hoe zit dit? Hoeveel mensen hebben eigenlijk ADHD en kun je concentratieproblemen hebben als je geen ADHD hebt. Heb je altijd het stempel nodig en wanneer krijg je dit stempel?
Het is goed om te beginnen met wat cijfers ter onderbouwing.
In een gemiddelde klas heeft 20% van de kinderen moeite met concentratie. In deze klas heeft 5% AD(H)D. Deze cijfers kun je gemakkelijk doortrekken naar de volwassen populatie. Van alle volwassen heeft 5% AD(H)D en 20% van de volwassen heeft vanaf zijn jeugdjaren al moeite met concentratie.
Om aan de diagnose AD(H)D te komen moet je eigenlijk aan twee belangrijke dingen voldoen. Deze twee belangrijke dingen leg ik uit in mijn blog de “uitgebreide versie.”Maar het komt erop neer dat je vanaf je jeugd (voor je 12e jaar) al heel veel moeite gehad moet hebben met concentreren en daarbij op minstens 2 levensgebieden disfunctioneerde, of disfunctioneert in het heden.
Disfunctioneren
Nu is disfunctioneren een rekbaar begrip en afhankelijk van de onderzoeker. Maar het kan dus zijn dat je vroeger AD(H)D had en nu niet meer. Huh?
Stel dat je vroeger disfunctioneerde op school (niet te handhaven, of slechte cijfers door je concentratieprobleem) en sociaal ook (altijd te laat op afspraken, weinig vrienden door je gedrag). Dat zijn twee levensgebieden. Nu heb je een baan waar je steeds meer moeite hebt (kantoortuin), maar verder gaat het op alle gebieden goed. Dan kan de diagnose dus niet gesteld worden.
Middelen voor de bevordering van je concentratie
In mijn praktijk zie ik veel mensen die op latere leeftijd tegen hun concentratieprobleem oplopen. Ze horen bij de 20%. Vroeger wel last tijdens de studie, maar niet voor hun 12e en op andere levensgebieden ging het prima. Maar nu lopen ze vast op het werk en is het gebrek aan concentratie wel de onderliggende oorzaak.
Want: Als je je van nature slecht kunt concentreren, dan ben je eerder moe dan anderen. Door de vermoeidheid gaat concentreren nog slechter en voordat je het weet raak je overbelast.
In de praktijk zien we dit vaak op momenten dat er meer gevraagd wordt van het concentratievermogen. Er komen bijvoorbeeld kinderen of je krijgt een zwaardere baan. Op dit soort momenten kom je in de vicieuze cirkel terecht die ik net beschreef.
Mijn boodschap in deze blog is: Weet dat als je nu overbelast bent je zuinig moet zijn met vooral het belasten van een stuk van je brein dat de prefrontale cortex heet. Dit deel zorgt voor concentratie, maar ook andere functies. Die ik uitgebreid beschrijf.
Wil je direct tips om zuiniger om te gaan met je concentratievermogen.Download dan mijn gratis e-book beter concentreren.