Wat is ADHD?


“Enrico wat is nu ADHD?”



Die vraag krijg ik vaak gesteld, logisch dan had ik maar een andere passie moeten kiezen. Door cliënten, moeders, partners, op feestjes, tijdens een netwerkbijeenkomst, door vrienden. En ik merk dat veel mensen al een mening klaar hebben.

ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder . Waarom bestond het vroeger niet? Ik was ook weleens druk, maar ik heb geen ADHD. Dan moeten ze gewoon meer hun best doen om zich te concentreren. En zo kan ik nog een A4-tje doorschrijven.

Op deze plek ga ik eens beginnen wat drie boeken over ADHD zeggen over deze stoornis. Als professional zeggen we: Een ontwikkelingsstoornis of zelfs neurobiologische ontwikkelingsstoornis.

En om  heel specifiek te zijn: Een aandachtsdefiëntie / hyperactiviteitsstoornis. Hier zijn weer verschillende soorten van, maar daar komen we nog op terug.

We gaan eerst kijken naar de oorzaken van ADHD zoals ze in de vakliteratuur tevoorschijn komen:

ADHD is een neurobiologische stoornis, waarvan de oorzaak waarschijnlijk ligt in een genetische gestuurde functiestoornis van de frontaalkwab van de hersenen. In 2% van de gevallen is zuurstofgebrek bij de geboorte de oorzaak.

Een goed werkende frontaalkwab lijkt op een filter dat alle prikkels van binnenuit (gedachten en impulsen) en van buitenaf (licht, geluid, geur) op hun mate van belangrijkheid beoordeelt. Alleen gewenste informatie wordt doorgegeven. ( Wenning, Mok & de Vries).

Bij iemand met ADHD werkt de filter niet goed.

Is ADHD aangeboren?

Ook in een ander boek over ADHD (Wenning & Santana 2005) wordt gezegd dat ADHD vooral wordt veroorzaakt door een aangeboren en erfelijke afwijking in de bouw of functie van één deel of meer delen van de hersenen.

Door deze afwijking functioneert vooral de frontaalkwab niet optimaal. Waarschijnlijk spelen ook afwijkingen van enkele cellen in de hersenstam en de kleine hersenen ene rol wordt in de boek gemeld. Ook in dit boek wordt gesproken over het filter.

In het boek (Kooy, 2010) worden ook als oorzaken erfelijkheid en bij 2% zuurstoftekort bij de geboorte genoemd. Zij noemt dat bij 60 tot 80% van de mensen met ADHD gedacht moet worden aan erfelijkheid, wat meerder malen in onderzoek is aangetoond.

In dit boek, ook steeds meer onderzoeken geven deze richting aan, wordt gesproken dat voeding ook effect heeft op gedrag. Er moet dan gedacht worden aan het verminderen van symptomen door een bepaald dieet.

Dit onderzoek staat echter in de kinderschoenen en kan nog niet als oorzaak worden aangemerkt. Op deze site zal er zeker op worden teruggekomen.

In het boek van Kooy (2010) wordt ook geschreven dat mensen met ADHD een kleiner en anders werkend werkgeheugen hebben. Hoe dit samenhangt met eerder oorzaken lijkt nog niet aangetoond.

Specifiek over het werkgeheugen is het boek De winst van het werkgeheugen (Alloway en Alloway) geschreven. Hierin staat over ADHD: Op dit moment is er nog niet voldoende wetenschappelijk bewijs dat een zwak werkgeheugen ADHD veroorzaakt.

Er lijkt sprake van een gecombineerd effect, waarbij enerzijds ADHD  het werkgeheugen verzwakt en anderzijds een zwak werkgeheugen de ADHD verergerd.

Wanneer is het ADHD?

De diagnose ADHD is nooit met 100% zekerheid te stellen ( Wenning, Mok & de Vries). Een professional hoort uit te leggen dat concentratie en snel afgeleid zijn een spectrum betreft. Als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan dan mag en kan er gesproken van ADHD.

Maar wat zijn deze voorwaarden?

ADHD  kent drie kernsymptomen: aandachttekort, hyperactiviteit en impulsiviteit. Deze symptomen moeten al aanwezig zijn geweest voor het 12e jaar. Dit is namelijk een hele belangrijke. Als iemand tegen jou zegt dat je ADHD hebt, maar geen vraag heeft gesteld over vroeger, dan zoek je snel iemand anders.

Dan komt er nog een belangrijke voorwaarde: Dit moet hebben geleid tot disfunctioneren op minstens twee levensgebieden. Met levensgebieden worden: werk, school, gezin, sociaal functioneren, zelfbeeld en vrije tijd/hobby’s.

Welke typen ADHD zijn er?

Als dan eindelijk gezegd kan worden dat je ADHD hebt, dan moet je nog afwachten in welke subtype je valt. Sinds het bestaan van de DSM V (Handboek met diagnoses in de psychiatrie) wordt er gesproken over drie typen ADHD.

  1. Het gecombineerde type: dit type heeft last van alle drie de kernsymptomen
  2. Overwegend beeld van onoplettendheid. In de volksmond ADD. Deze mensen hebben nauwelijks last van hyperactiviteit en impulsiviteit.
  3. Overwegend hyperactief en impulsief beeld. Deze mensen hebben nauwelijks moeite met concentreren.

Lees ook eens deze tips over een ideale dagindeling als je ADHD hebt…


Hoe weet ik nu of ik ADHD heb?

We hebben in de vorige alinea gezien dat er drie hoofdgebieden van symptomen bestaan: aandachttekort, hyperactiviteit en impulsiviteit.

Enkele voorbeelden van deze symptomen

Aandachtsproblemen

  • snel afgeleid zijn
  • moeite met afmaken van taken
  • Slecht kunnen plannen
  • Veel last van tijdsdruk
  • Veel dingen vergeten
  • Vaak dingen kwijt raken
  • Alleen kunnen concentreren als je iets echt leuk of interessant vindt
  • Moeite met luisteren naar anderen


Hoe kun je adhd herkenen? onder andere aan moeite met plannen" 

Hyperactiviteit

  • niet goed stilzitten
  • Steeds iets “moeten” doen
  • Onrustig voelen / rusteloos voelen
  • Friemelen
  • Moeite met ontspannen
  • Druk praten
  • Altijd bezig zijn


Hyperactiviteit hoort ook bij ADHD, is dit niet aanwezig dan spreken we over ADD

Impulsiviteit

  • driftbuien / woede uitbarstingen
  • Niet nadenken voor je iets zegt
  • anderen onderbreken
  • ongeduldig
  • eetbuien
  • impulsaankopen doen

Niet goed nadenken voor je iets zegt of doet is typisch voor ADHD

Wat ik belangrijk vind is om te benadrukken dat concentratie, aandacht vast kunnen houden, hyperactiviteit en impulsiviteit moeilijk te meten is. Het is niet een duidelijke grens te stellen of iemand ADHD heeft of niet.

Er zijn dus heel veel mensen die niet de diagnose ADHD hebben, maar wel een grote kans hebben om overbelast te raken. Hier ga ik in de toekomst nog uitgebreider op in.

Juist de groep die geen ADHD heeft, maar er in het spectrum wel tegenaan hangt, ondervindt in de praktijk veel problemen.

Herken je nu veel symptomen, dan hoeft dat dus niet te betekenen dat je direct ADHD hebt, maar dan weet je wel dat je een verhoogde kans hebt om overbelast, overspannen of burn-out te raken.

Aandachttekort:

De term aandachttekort wil eigenlijk zeggen: het onvermogen van het filter, zoals eerder beschreven om die prikkels te filteren die op dit moment voor jou belangrijk zijn.
In de praktijk kan dit grote consequenties hebben.  Kijk maar eens naar onderstaande problemen waar je tegenaan zou kunnen lopen:

Misschien valt het jou of anderen op dat je meer tijd nodig hebt dan anderen. Als je filter voor informatie minder goed werkt dan die van iemand anders dan loop je in de praktijk tegen deze problemen aan. En ik blijf het zeggen.

Hier kun jij dus niet zoveel aan doen. Het is hoe je brein werkt. Je kunt wel leren om de effectieve dingen van dit brein in te zetten voor onderstaande.

• Je verzandt in details ipv dat te doen wat effectief is.

• Je moet wel langzaam werken, anders lees je dingen niet goed, maak je typefoutjes of vergeet je belangrijke dingen te doen.

  • Je kunt niet lang geconcentreerd werken. Je kijkt weer eens op je telefoon, gaat surfen, gaat praten, of je weet eigenlijk niet waar je soms mee bezig bent. Je gaat pas echt aan de gang als de deadline nadert, of eigenlijk al voorbij is.

  • Je hebt anderen nodig om structuur aan te brengen, veel overleggen met mensen die wel het overzicht hebben.

  • Je zou veel effectiever kunnen werken. Je doet eerst de gemakkelijkst dingen en saaie of lastige (maar vaak wel de belangrijkste) taken stel je uit. Deze vragen vaak teveel concentratie waarvan je onbewust weet dat je ze niet op kunt brengen.

•  Je raakt veel dingen kwijt. Moet soms naar huis misschien om papieren op te halen. Tel deze tijd maar eens bij elkaar op, terwijl anderen wel effectief bezig zijn.

  • Je hebt veel tijd nodig om te wennen als er dingen veranderen (routines kwijt en dus meer werkgeheugen nodig). Dit speelt ook als je weer moet beginnen terwijl je even wat anders moest doen. Voordat jij weer lekker bezig bent, is een ander misschien al klaar.

Het valt misschien ook op dat je meer fouten maakt dan collega’s:

  • Je maakt slordige fouten. Je werkt te snel voor wat je concentratievermogen aan kan, waardoor je dingen over het hoofd ziet. Voor je gevoel doe je alles goed en doe je keihard je best, maar vaak zijn er toch slordigheidjes. Of je hebt heel veel structuur en rust om je heen nodig om dit te vermijden.
  • Je leest protocollen (veel te saai) of instructies (nog zo één) niet, waardoor je, je voelt hem al, fouten maakt.
  • Je bent met van alles tegelijkertijd bezig, maar met geen één project of taak goed. Je vergeet taken of projecten af te maken. “Huh, ik dacht dat ik dat gedaan had”.
  • Je werkplek is rommelig, waardoor je dingen kwijtraakt, het overzicht mist en daardoor fouten maakt.
  • Je bent afgeleid op belangrijke momenten. Je luistert naar een verhaal naast je, terwijl je een belangrijk stuk aan het typen bent.

Tijdens vergadering zijn er soms dingen die anders kunnen of waar je feedback op krijgt.

Terwijl je het al zo moeilijk vindt om lang stil te zitten. Herken je deze dingen?

  • Je stelt een vraag en al snel zie je aan de gezichten om je heen dat dit net besproken is, terwijl met je gedachten ergens anders zat.
  • Je krijgt een vraag, maar je weet echt niet meer waar het overging. Buiten waren er veel interessante zaken aan de gang.
  • Je hebt de neiging om teveel uit te weiden of onderwerpen aan te snijden die net niet op de agenda staan. De voorzitter zie je steeds geïrriteerder naar je kijken.
  • Je staat erom bekend nooit de notulen bij je te hebben of de agenda. Diegene naast je weet bijna zeker dat je vraagt: “Mag ik even bij jou meekijken?”.
  • Je hebt niet gedaan, wat er de vorige keer was afgesproken. Ten eerste heb je nooit de notulen gelezen en ten tweede heb je het wel ergens opgeschreven, maar waar is dat briefje ook alweer?

Mensen met een hoofd die goed kan waarnemen (voor de pessimisten, snel is afgeleid) zijn ook niet heel goed in afspraken en agenda’s. Of ze zijn er wel goed in, maar  hebben hier slimme manieren voor nodig en de allernieuwste apps. Of een hele goede secretaresse, lievelingscollega of partner.

Herken je dit:

  • Je zet wel dingen in de agenda of op je to-do list, maar het lukt nooit om dit allemaal af te krijgen binnen normale werktijden.

• Je kunt heel goed afspraken maken, maar vaak heb je dubbele afspraken. Dit zorgt weer voor loyaliteitsconflicten, want je wilt wel iedereen te vriend houden natuurlijkmaken

•  Je staat bekend als laatkomer of altijd op het laatste nippertje. Te laat komen

• Je hebt wel een agenda, maar je neemt nooit de tijd om er in te kijken. Vroeger werkte dit prima, maar we krijgen meer informatie tot ons en we worden ouder. Kortom: Ons werkgeheugen zit sneller vol. Of je bent zo snel steeds dat je dingen niet in je agenda schrijft.

• Je hebt zoveel schema’s en structuren nodig, dat je inflexibel bent en daardoor niet aan afspraken kunt voldoen. zijn door vasthouden aan schema’s

• Je wilt echt wel, maar je tijdsbesef is zo slecht, dat je steeds weer verkeerde inschattingen maakt.

Herkenbaar, lees dan snel verder…

Mocht  je nu veel van bovenstaande herkennen, dan herken je misschien ook dat je vaak wisselt van baan. Misschien vind je snel iets saai en heb je afwisseling en nieuwe impulsen nodig.

Ook dit zorgt voor het minder opbouwen van routines, waardoor je werkgeheugen meer belast wordt dan je collega’s.

Veel van de mensen die ik help hebben ook het gevoel lang onder hun niveau gewerkt te hebben. Simpelweg omdat  het werk wat bij hun intelligentieniveau past te moeilijk is voor het concentratie. Concentreren en intelligentie zijn namelijk twee heel verschillende dingen.

In je privéleven zal je misschien ook bovenstaande zaken herkennen. Als je geluk hebt dan heb je een partner die als externe structuur kan functioneren. Maar vaak gebeurt het dat je partner hetzelfde soort hoofd heeft als jij.

Herken je veel van bovenstaande en ook nog deze dingen:

  • Je bent snel ergens op uitgekeken
  • Je hebt moeite om een film uit te kijken of een boek te lezen.
  • Je hebt moeite om je administratie te doen.
  • Je bent vaak dingen kwijt.
  • Je hebt moeite met Ikea kasten, die gebruiksaanwijzing weer.
  • Je moet vaak vragen: “Waar is mijn portefeuille, sleutels of agenda?
  • Je huis is gemakkelijk een chaos en je weet echt niet om dat tegen te gaan.

Hierboven beschrijf ik dus aanwijzingen van problemen met je
concentratie. Wat ik eerder schreef er zijn 3 hoofdsymptomen waar iemand met
ADHD, of bijna ADHD tegenaan kan lopen. Naast aandachttekort ook nog hyperactiviteit en impulsiviteit.

Wat zijn nu aanwijzingen waardoor je moet denken dat je
gemiddeld meer last hebt van impulsiviteit?

Misschien krijg je op je werk weleens dingen te horen die te maken hebben het storen van anderen. Iemand met minder last van impulsiviteit kan gemakkelijker even tot 10 tellen zeg maar:

  • Je bemoeit je met gesprekken of valt anderen snel in de rede.
  • Je bedoelt het vaak goed, maar je stoort anderen gemakkelijk in tijdens hun werk.
  • Je krijgt misschien weleens te horen dat je grenzen van anderen moet respecteren. Misschien ben je soms iets te nieuwsgierig?
  • Je staat bekend als iemand die over van alles
    een mening heeft en deze ook gemakkelijk deelt. Soms is dit politiek gezien
    niet altijd slim?

Mocht je een kantoortuin werken, dan krijg je misschien weleens opmerkingen van je collega’s die minder impulsief zijn. Heb je nog meer collega’s die ook vrij impulsief zijn berg je dan maar.

  • Je praat weleens bij activiteiten waarbij dat
    niet altijd gepast is.
  • Je staat bekend als “Haantje de voorste” (stond dat misschien ook al in je rapporten?).
  • Je staat bekend als luidruchtig en kan eigenlijk niet of nauwelijks zacht praten.
  • Je kunt moeilijk activiteiten rustig aan doen, waar jij bent is ook… laten we het energie noemen.

In functie’s waarbij een bepaalde formaliteit handig is. Of in bepaalde situaties waarbij politiek denken weleens handig kan zijn heb jij het moeilijk.

  • Je bent een flapuit en staat bekend als iemand die het hart op de tong heeft.
  • Je zegt weleens dingen, waarvan het soms handig was geweest er eerst een nachtje over te slapen.
  • Je laat mensen niet uitpraten of maakt zinnen van anderen af. Terwijl je het niet vervelend probeert. Je hebt gewoon die energie en een bepaalde haast.
  • Je staat niet bekend als een groot tacticus, die alle woorden wikt en weegt.

Heb je nu vaak een lach van herkenning op je gezicht gehad of heeft iemand deze blog onder je neus geduwd, dan behoor je tot die mensen die gemiddeld meer moeite hebben om hun aandacht vast te houden dan anderen mensen. Als dit heel erg is en vroeger ook al bekend was dan heb je misschien wel een vorm van ADHD, maar dit hoeft niet. Ook als je geen ADHD hebt kost het dagelijkse leven en je professionele leven je veel energie als dit veel concentratie vraagt.

Diagnostiek naar ADHD

Als je wilt weten of je ADHD hebt, dan is mijn advies om een
organisatie of psychiater te zoeken die gespecialiseerd is in ADHD.

Hoe ziet goede diagnostiek eruit?

Deze onderdelen moeten sowieso onderdeel zijn van de diagnostiek:

  • Ontwikkkelingsanamnese: Hoe ging het vroeger op school? Als er vroeger geen sprake was van verhoogde afleiding en nu wel dan is  het moeilijk om van ADHD te spreken. De ontwikkeling dient ook geplaatst te worden in de context van die tijd.
    • Algemene anamnese door specialist: Zijn de klachten te wijten aan ADHD of speelt er andere problematiek die van invloed kan zijn op de verminderde concentratie?
    • Specialistische anemnese: Hoe ziet de verminderde concentratie eruit, op welke momenten, in welke omstandigheden en in hoeverre heeft iemand last van zijn verminderde concentratie? Staat het het algemeen functioneren in de weg?
    • Gevalideerde vragenlijsten: Vragenlijsten waaruit zoveel mogelijk objectief te maken is wat de problematiek is. Bv de Diva 2.0 waarover we eerder spraken.

Zelf testen of je kenmerken van ADHD hebt? Doe de korte zelftest ADHD op mijn website….


Aanvullende adhd diagnostiek kan zijn:

  • EEG onderzoek, waarbij er naar hersenactiviteit gekeken wordt
  • Concentratietesten

De laatste zijn volgens de richtlijn ADHD volwassen niet
noodzakelijk (Kooij, 2016)

Behandeling van ADHD:

Het verminderde concentratievermogen van de prefrontale
cortex, het filter, heeft ook alles te maken met een verminderde concentratie
of werking van dopamine en/of noradrenaline.

Vaak zal de behandeling op een verhoging van deze beschikbare neurotransmitters gericht zijn. Het is echter ook mogelijk om beter met je verminderde concentratie om te leren gaan en gerichte ADHD coaching te krijgen. Veel zal echter afhangen van in hoeverre je in je dagelijkse leven afhankelijk bent van concentratie. Soms is de concentratie zo slecht en de behoefte aan concentratie zo groot dat medicatie een goede oplossing is.

Klik hier voor mijn Online ADHD behandelprogramma

Over medicatie bij ADHD is heel veel onderzoek gedaan. Aan de hand van al deze onderzoeken is een richtlijn voor volwassen opgesteld. In deze richtlijn is een duidelijke prioritering aangebracht.

ADHD medicatie:

  1. Stimulantia; methylfenidaat (Ritalin) en dexamfetamine.
  2. Atomoxetine (Strattera)
  3. Bupropion (Wellbutrin)

Andere middels, zoals bepaalde soorten antidepressiva kunnen
ook een werking hebben, maar worden in richtlijnen niet genoemd.

Ga je behandeld worden met bovenstaande middelen: er dienen controles plaats te vinden, waaronder gewicht meten, hartslag, bloeddruk en er dient goed gevraagd te worden naar je medische geschiedenis. Dit komt omdat dit type medicatie invloed kan hebben op je QT interval en daarnaast ook nog vele bijwerkingen kent. Grondige controle is dus van belang.

Tot slot…

Heb je nu vaak een lach van herkenning op je gezicht gehad of heeft iemand deze blog onder je neus geduwd, dan behoor je tot die mensen die gemiddeld meer moeite hebben om hun aandacht vast te houden dan anderen mensen.

Als dit heel erg is en vroeger ook al bekend was dan heb je misschien wel een vorm van ADHD, maar dit hoeft niet. Ook als je geen ADHD hebt kost het dagelijkse leven en je professionele leven je veel energie als dit veel concentratie vraagt.

Of kijk eens bij mijn coachingtrajecten




Literatuurlijst:

Alloway, R. & Alloway T. (2013) De winst van het werkgeheugen. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.

Kooij, J.J.S. (2010). ADHD bij volwassen. Diagnostiek en behandeling. Amsterdam: Pearson Assesment and Information B.V.

Kooij, J.J.S. (2016). Monodisciplinaire richtlijn ADHD bij volwassenen. Psyfar, 1, 16-22.

Wenning, H. & Santana, M. (2005). AD(H)D een volwassen benadering. Amsterdag: Harcourt Assessment.

Wenning, H., Mok, L. & Vries de, I. (2016). Handboek POH-GGZ. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.