Wat is een burn-out?
Eigenlijk is het simpel en een beetje flauw: zoals het IQ is wat een IQ-test meet, geldt datzelfde voor een burn-out: een burn-out is datgene wat een burn-out vragenlijst meet.
In de wetenschappelijke literatuur wordt een burn-out vaak gedefinieerd als een combinatie van drie dingen: uitputting, een cynische houding tegenover het werk en het gevoel dat het niet meer lukt om werk goed te doen.
Maar in de Multidisciplinaire Richtlijn Overspanning en Burn-out wordt deze overbelastingsziekte gedefinieerd als een vorm van overspanning die meer dan een half jaar duurt, waarbij de nadruk ligt op vermoeidheid, maar waarbij zich ook symptomen als prikkelbaarheid, labiliteit en concentratieproblemen kunnen voordoen.
Algehele Uitputting
Interviews onder burn-out patiënten geven aan dat algehele uitputting het kernsymptoom is, waaruit drie ander soorten symptomen voortkomen: cognitief controleverlies (bijvoorbeeld geheugen- en concentratieproblemen), emotioneel controleverlies (bijvoorbeeld huilbuien en woedeaanvallen) en mentale distantie (bijvoorbeeld weerstand tegen je werk en cynisme).
Omdat je zo moe bent, kun je je eigen gedachten en emoties niet meer reguleren en dat leidt weer tot depressieve- en spanningsklachten. Burn-out patiënten slapen slecht en piekeren veel: ze hebben een heel scala aan lichamelijke klachten.
Hoog tijd dus voor een nieuwe definitie van burn-out. Er wordt aan gewerkt!
Door wetenschappers uit 20 landen maar liefst. De ‘Burn-out Assesment Tool (BAT), brengt heel veel symptomen in kaart om uiteindelijk een beter onderscheid te kunnen maken tussen mensen mét en zonder burn-out.
Is burn-out een epidemie?
Nee, zeggen de specialisten en onderzoekers. Burn-out hoort bij onze manier van werken. Het aantal mensen met een burn-out blijft ook al tientallen jaren ongeveer gelijk. Wilmar Schaufeli van de KU in Leuven en betrokken bij de nieuwe definitie van burn-out is er stellig in.
Burn-out een epidemie? “Welnee! Psychische vermoeidheid hoort gewoon bij onze moderne manier van werken”. Veel mensen werken niet meer met hun handen, maar vooral met hun hoofd. We werken voortdurend samen met anderen, moeten conflicten oplossen of zien te voorkomen, we moeten schipperen en we werken makkelijk méér, omdat je je laptop overal open kunt klappen.
De scheiding tussen werk en privé wordt kleiner. De werkbelasting van de hedendaagse mens is dus vooral psychisch. Bij lichamelijk werk hoort lichamelijke slijtage; het moderne werken vraagt mentaal kapitaal. Dat lijdt tot mentale slijtage. Mentale uitputting. Psychische vermoeidheid lijkt onlosmakelijk met onze moderne manier van werken te maken te hebben.
Burn-out besmettelijk?
Een burn-out veroorzaakt dan wel geen epidemie, maar kan in zekere zin wel ‘besmettelijk’ zijn. Mensen worden cynisch en raken geïrriteerd. Er komen conflicten, de kwaliteit van het werk gaat achteruit en er valt iemand uit. De belasting voor de omgeving wordt hoger en de volgende valt om. Dit zie je in heel veel arbeidsprocessen gebeuren. Binnen commerciële bedrijven, maar ook bij zorginstellingen en in het onderwijs.
Burn-out wordt door sommigen meer gezien als een kenmerk van teams, dan een individueel syndroom.
Loop je hoofd gezond!
Meerdere studies geven aan dat wandelen een therapeutisch effect heeft. Veel van mijn coaching doe ik dan ook in de natuur. Het Drents-Friese Wold is mijn kantoor!
De sessies duren drie kwartier, net zo lang als een sessie binnenshuis. In dat opzicht is er weinig verschil. In het resultaat des te meer. Mijn ervaring is dat coaching in de natuur mijn cliënten een (extra) positieve ervaring van het buiten zijn oplevert. Uit een onderzoek van de Groningse hoogleraar natuurbeleving Agnes van den Berg in opdracht van een zorgverzekeraar bleek dat mensen die wandelcoaching volgden, na 8 weken minder last hadden van hun burn-out, concentratieproblemen en stressklachten dan mensen uit een passieve controlegroep.
Het werkt! Mensen die niet weten welke richting ze op willen met hun leven laat ik ‘ns even stilstaan op een kruispunt in het bos. Zo’n metafoor kan wonderen doen. Sta eens even stil…
Vaak lopen
cliënten in hoog tempo door het bos. Ze hebben haast. Maar waarom…
Ik vraag ze rustiger te lopen en ze merken dat ze zich minder gehaast voelen. Je kunt dus zelf iets doen aan je opgejaagde gevoel. Dat is een mooie constatering. We willen graag zeggenschap en controle. Veel van mijn cliënten vinden het ook prettig dat je elkaar niet hoeft aan te kijken tijdens de walk en talk sessies. Het is wat informeler en de situatie nodigt makkelijker uit tot praten. Het lichaam ontspant, de geest volgt. Hoe mooi is dat?
Vroeger spoorde ik mijn cliënten aan om meer te bewegen in de buitenlucht, ik ben zelf een fervent sporter. Nu ga ik met ze mee. Ik merk ook dat ik buiten alerter ben en meer informatie kan verwerken. Zo snijdt het mes aan twee kanten.